Laminaat is een vloer met een warme uitstraling. Laminaatvloeren zijn ook populair omdat ze degelijk en praktisch zijn. Ideaal dus voor verschillende ruimtes: woonkamer, salon maar zeker ook slaapkamers. Laminaat leggen is niet moeilijk, zolang je de instructies volgt.
Wat heb je nodig?
Materiaal
- Afstandhouders
- Aluminium tape
- Laminaat
- Ondervloer
- Ondervloerfolie
- Plinten
- Slagblokje
Gereedschap
- Hamer
- Handzaag
- Plamuurmes
- Potlood
- Profielmal
- Rolmaat
- Verstekbak
- Winkelhaak
Ondervloer leggen
De planken moeten eerst acclimatiseren en minsten gedurende 48 uur op temperatuur komen. Je legt de laminaatvloer niet op de kale beton, maar gebruik een ondervloer. Je kan folie gebruiken die je een paar centimeter tegen de muren omhoog plaatst. Daarna gebruik je aluminium tape om de naden af te plakken. Je kan daaronder ook nog een laag voorzien zodat het laminaat beter tegen vocht beschermd is.
Laminaat leggen
De eerste rij is de basis voor de rest van de laminaatvloer en moet goed recht liggen. Je legt het laminaat los van de vloer en hou ongeveer 1 cm vrij (gebruik de afstandsblokjes). Op het eind van de rij zaag je de planken op maat. Controleer regelmatig of de vloer nog vrij ligt. Bij de laatste plank gebruik je een slagijzer om alles vast te slaan. Om rechtstreeks contact met het laminaat te vermijden, gebruik je een viltbescherming.
Wanneer de vloer doorloopt in een aangrenzende ruimte, leg je een laminaat plank op het kozijn. Je kan een profielmal gebruiken om uitsparingen op te meten en op het laminaat over te tekenen.
Afwerking en plinten
Wanneer je klaar bent met het laminaat leggen, snij je het overschot van de ondervloer weg. Daarna is het tijd om de plinten aan te brengen. De plinten moet je op maat zagen en met slagpluggen tegen de muren bevestigen. Als je kliklaminaat hebt gekocht, klikken de planken automatisch in elkaar en sluiten ze vanzelf strak aan.
